vr. mrt 29th, 2024

                        

De smering
De
levensduur van de motor wordt in belangrijke mate bepaald door de
kwaliteit van de smering. Motorolie heeft volgende functies:
• de
wrijving tussen de onderdelen zo minimaal mogelijk te maken zodat er zo
weinig mogelijk energie omgezet wordt in nutteloze warmteontwikkeling.
• motorolie zorgt er voor dat er zo weinig mogelijk slijtage gebeurt.
• helpt mee met het koelen van de motor door warmteafvoer.
• reinigt en beschermt het oliecircuit tegen corrosie.
• zorgt voor een goede dichting tussen de cilinderwand en de zuiger zodat een
maximale compressie en rendement behouden blijft.
• zorgt voor een goede werking van alle bewegende onderdelen bij elke bedrijfs-temperatuur.

De samenstelling van motorolie
Motorolie bestaat meestal uit een basisolie waaraan meerdere toevoegingen gebeuren volgens het doel waarvoor ze moet dienen.

Als basismotorolie bestaan nu:
• minerale olie gewonnen uit aardolie (aanbevolen voor de meeste oldtimers)
• synthetische olie gewonnen uit een chemisch of petrochemisch procédé (afgeraden voor de meeste oldtimers)
• semi-synthetische olie, samengesteld uit een combinatie van minerale en synthetische olie (soms geschikt voor youngtimers).

Toevoegproducten kunnen extra eigenschappen meegeven:
• de smering bij het starten verbeteren.
• slijtage verminderen.
• schuimvorming van de olie voorkomen.
• corrosie voorkomen en het oliecircuit schoonhouden.
• bezinking of vastzetting van vuildeeltjes voorkomen.

Het oliepeil
De
auto heeft in de motor een peilstok, waarmee het oliepeil gemeten kan
worden. Soms is er ook een verklikkerlampje of een oliedrukmeter die
aangeeft wanneer de oliedruk te laag (oliepeil te laag?) of weggevallen
(leiding gesprongen, oliepomp defect, …?) is. Op de peilstok is er
altijd een minimum- en een maximumaanduiding. Controleer elke 500 a 1000
km het oliepeil wanneer de motor warm is maar tenminste 10 minuten niet
heeft gelopen en op een horizontale weg heeft stilgestaan. Peil niet
een koude motor die lange tijd heeft stilgestaan, het peil is dan vaak
hoger omdat eventuele filters ook zijn leeggelopen. Het oliepeil moet
zich bevinden tussen de maximum en het minimum aanduiding. Wanneer het
oliepeil te laag is, bijvullen tot het maximumpeil benaderd wordt. Voor
het controleren moet je telkens wat wachten zodat de bijgegoten olie
naar beneden kan lopen. Vul het oliepeil nooit hoger aan dan het
maximum: dit kan motorschade veroorzaken! Vul alleen bij met eenzelfde
soort olie( zie etiket ; dit is daarom niet hetzelfde “merk”). Kijk in
het instructieboekje hoeveel liter verschil er is tussen de
minimummarkering en de maximummarkering, zodat je bij het meten een idee
krijgt over de grootte orde van het eventuele olieverbruik en over wat
er eventueel moet bijgegoten worden.

Olieverbruik
Een goede
motor verbruikt altijd olie: bij sommige oldtimers kan tot een halve
liter per 500 km verbruik nog als “normaal” beschouwd worden, raadpleeg
voor uw oldtimer de gegevens van de fabrikant . Een nieuwe motor “in
rodage” verbruikt meer olie dan wanneer de motor “gerodeerd” is (na +-
10 000 km). Een hoger verbruik duidt op versleten motor, verkeerde
afstelling, kleppen vervuild of met slechte sluiting, overbelasting, een
defect, de verkeerde olie, verkeerd rijgedrag, … en moet nagekeken
worden.

Oliefilter
Door het rijden, wordt de motorolie
aangetast door roet, brandstof, metaaldeeltjes, stof, vocht, … Daarom
wordt de rondgepompte olie door een oliefilter gebracht die zwevende
deeltjes tot +- 10/1000ste mm uitfiltert. Hierdoor blijven de bewegende
onderdelen voorzien van een goede smering door zuivere olie. Doordat het
oliefilter aan de buitenkant van het motorblok zit, wordt de
doorgepompte olie hier enigszins afgekoeld, wat de inwendige mechanische
slijtage verder beperkt. Sommige auto’s daarom zelfs voorzien van een
extra oliekoeler die voor de radiateur is geplaatst. Het oliefilter is
na enige tijd verzadigd en moet vervangen worden. Voor de meeste
oldtimers is het raadzaam om dat tenminste eenmaal per jaar te doen. Een
aantal oldtimers is daarnaast voorzien van een zogenaamd schraapfilter.
De hendel van dit filter moet volgens voorschrift elke dag één keer
drie of vier slagen maken. Het schraapfilter is een grof filter dat de
grootste delen uit de olie filtert. Omdat de moderne oliesoorten goed in
staat zijn om vuil zwevend te houden en af te voeren naar het
vervangbare fijn filter is de taak van het schraapfilter naar de
achtergrond verdwenen.

Eigenschappen olie
Wanneer de
temperatuur stijgt, wordt motorolie dunner en dus vloeibaarder.
Omgekeerd: bij dalende temperatuur wordt motorolie dikker en dus minder
vloeibaar (starten gaat moeilijker). Om de viscositeit of vloeibaarheid
van motorolie te kennen, wordt de SAE-specificatie gebruikt (Society of
Automotive Engineers): de letters SAE gevolgd door een getal, de letter
W, eventueel gevolgd door een tweede getal. Hoe lager het eerste getal
(voor de W) hoe dunner de olie blijft bij lage temperaturen (goede start
en smering in koude omstandigheden). Hoe hoger het tweede getal (na de
W) hoe dikker de olie blijft bij hoge temperaturen (goede smering in
warme omstandigheden) “Monograde of singlegrade olie” is een oliesoort
die geschikt is voor ofwel lage ofwel hoge temperaturen, maar niet voor
beiden tegelijk. “Multigrade olie” is een oliesoort die geschikt is voor
de aangeduide lage én hoge temperaturen tegelijkertijd.

Enkele voorbeelden:
SAE
5W – 30 is een nieuwe erg dunne motorolie A1/B1 en SJ
(energiebesparend) die even goed zou zijn als A3/B3/B4 (gebruikt door
vele Amerikaanse merken en Europese Ford, sommige Peugeots en
VW-motoren. Opgepast : de olie mag slechts gebruikt worden indien dit
uitdrukkelijk is toegestaan door de fabrikant.
SAE 10W – 40 is een
multigrade motorolie waarvan de olie goed vloeibaar blijft bij lage
temperaturen en voldoende dik bij hoge temperaturen.
SAE 15W is een
monograde olie waarvan de olie redelijk vloeibaar blijft bij lage
temperaturen en geen garanties biedt bij hoge temperaturen.
SAE 30W is een monograde olie waarvan de olie dik blijft bij hoge temperaturen en geen garanties beidt bij lage temperaturen.
SAE
5W – 40 is een multigrade motorolie waarvan de olie zeer goed vloeibaar
blijft bij lage temperaturen en voldoende dik bij hoge temperaturen
(geschikt voor de winter en koude streken)
SAE 20W – 50 is een
multigrade motorolie waarvan de olie redelijk vloeibaar blijft bij lage
temperaturen en goed dik bij hoge temperaturen (geschikt voor de zomer
of warme streken).

De kwaliteit van de motorolie aflezen op het etiket
De
API-norm (Amerikaans: American Petroleum Institute): deze normen
bestaan uit twee letters. De S-klasse (“Sersice station”) is bedoeld
voor benzinemotoren. De C-klasse (“commercial vehicles”) is bedoeld voor
dieselmotoren. De tweede letter geeft de bedrijfsomstandigheden of het
bouwjaar van de motor aan. Soms wordt voor eenzelfde motorolie, meerdere
coden aangegeven. Dit betekent dat die olie gebruikt kan worden in
beide omstandigheden.

Voorbeelden:
API SD: motorolie voor
benzinemotor (S) van 1968 – 1970 die bescherming biedt tegen neerslag
bij hoge temperaturen (=detergentie) en bij lage temperaturen
(=dispergentie), met bescherming tegen slijtagen en roest
API SE: motorolie voor benzinemotor (S) vanaf 1971. SE-olie mag SC vervangen. Goede weerstand tegen oxydatie en “cold sludge”.
API SF : motorolie voor benzinemotor (S) van betere kwaliteit dan SE, verhoogde weerstand tegen veroudering en slijtgage.
API
SG : motorolie voor benzinemotor (S) vanaf 1989. SG-olie mag SF, CC, SE
of SE/CC vervangen. SG presteert beter dan SF olie op gebied van
weerstand, bescherming tegen slijtage en weerstand tegen oxydatie
API SH : motorolie voor benzinemotor (S) betere kwaliteit dan SG vooral voor bij gebruik in zwaardere motoren
API SJ : motorolie voor benzinemotor (S) van uitstekende kwaliteit (J)
API CA : motorolie voor dieselmotor (C) die werkt onder lichte omstandigheden (A)
API CB : motorolie voor dieselmotor (C) van redelijke kwaliteit (C)
API
CC : motorolie voor dieselmotor (C) van normaal gebruik, sterk
detergent en dispergent en beschermen afdoend tegen slijtage en corrosie
API
CD : motorolie voor dieselmotor (C) voor zwaar belaste dieselmotoren,
snel draaiend en met hoge gemiddeld effectieve drukken geleverd door
drukvulling (=turbo), sterk detergent en dispergent en beschermen
afdoend tegen slijtage en corrosie
API CE : motorolie voor
dieselmotor (C) met zware belasting en turbo, in omloop sinds 1983.
Motoren met hoog vemogen en hoog of laag toerental. CE mag voor alle
motoren Cd vervangen. Verbeterde eigenschappen inzake olieverbruik,
neerslag, slijtage en indikking.
API CF : motorolie voor dieselmotor (C) is idem aan CE met toevoeging van een micro oxydatietest.

CCMC-norm (Europees: Comité des Constructeur d’Automobiles du Marché Commun)
G = gasolin (benzine)
D = diesel

Voorbeelden:
CCMC G 4 (multigrade) is bestemd voor benzinemotoren en vergelijkbaar met SG en overtreft SF (voorheen G 2)
CCMC
G 5 (multigrade) hoogste kwaliteit voor benzinemotoren (voorheen G 3)
met alle eigenschappen van G 4 en een hogere temperatuursstabiliteit
CCMC D 4 (multigrade) is bestemd voor dieselmotoren en overtreft de CD en CE kwaliteit (voorheen D2)
CCMC D 5 (multigrade) hoogste kwaliteit voor dieselmotoren zoals de klasse SHPD-olie voor bedrijfsvoertuigen(voorheen D3)
CCMC PD2 (multigrade) is bestemd voor dieselmotoren in personenwagens en lichte vrachtwagens met turbodiesel (voorheen PD1)

De ACEA-norm (Europees: Association des Constructeurs Européens Automobiles).
Deze normen zijn ontwikkeld in 1996, de code bestaat uit een letter, getal en jaartal.

De letter duidt aan voor welk soort motor de olie bedoeld is:
A = benzinemotor
B = dieselmotor in personenwagens en lichte vrachtwagens
C = dieselmotor in bedrijfswagens
E = dieselmotor in zware bedrijfswagens

Het getal duidt aan over welke kwaliteit het gaat:
1 = de laagste kwaliteit
2 = de middelste kwaliteit
3 = de hoogte kwaliteit

Het jaartal duidt aan wanneer de aangeduide norm werd vastgelegd:
96 = het jaar 1996 waarin de aangeduide norm werd vastgelegd.

Voorbeelden:
ACEA B3 – 98 is de beste oliekwaliteit bedoeld voor lichte vrachtwagens, gebaseerd op de vastgelegde norm in 1998
ACEA C2 – 96 is de gemiddelde oliekwaliteit bedoeld voor bedrijfswagens, gebaseerd op de vastgelegde norm in 1996
ACEA
A1 – 96 is de laagste oliekwaliteit bedoeld voor benzinewagens,
gebaseerd op de vastgelegde norm in 1996. Zie ook bij de voorbeelden bij
viscositeit (5W-30)

Tenslotte
Raadpleeg altijd het
instructieboekje of informatie van de fabrikant voor de juiste olie voor
uw voertuig. Het gebruik van verkeerde olie (gradering of bijvoorbeeld
synthetisch in plaats van mineraal) kan ernstige schade aan de motor
betekenen. Toepassing van het gestelde in dit artikel gebeurd op eigen
risico.

Bron: Oldtimernieuws

Door Guzzioot

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.