Afgedankt als oud vuil
Long time ago werd ik geboren als een puppy, toen ik een week of 7 a 8 werd nam ik mijn intrek bij m’n nieuwe baasje. In het begin waren ze heel blij met mij, maar al gauw kwamen er irritaties. Ik werd maar niet zindelijk en ik maakte dingetjes stuk. Doordat er niet genoeg aandacht voor me was werd er besloten dat ik weg moest. Er werd een advertentie gezet en ze gaven me aan de eerste de beste zonder te checken of het een goed adres was. Inmiddels was ik een maand of 7 en ik wist niet wat me overkwam. Geen warm mandje, geen speeltjes, alleen een koud hok waarin meerdere hondjes hun tijd door brachten. Ik kon maar moeilijk wennen en liet dat blijken door luidkeels te piepen en te blaffen. Na meerdere keren op mijn donder te hebben gekregen kreeg ik een halsband om mijn nek met een groot en zwaar ding eraan. Dit vond ik maar niks en begon luidkeels te protesteren wat gelijk afgestraft werd door een enorme opdonder in mijn nek. Ik begon te gillen van schrik en pijn, waardoor het alleen maar erger werd, ik wilde er van weg lopen maar het achtervolgde mij. Na een poos gaf ik het op en kreeg in de gaten dat als ik niet blafte dat dat vreselijke ding om mijn nek me dan geen pijn deed. Treurig kroop ik in een hoekje, niks om mee te spelen en geen zacht dekentje om op te liggen. Zo sleet ik mijn dagen totdat ik voelde dat mijn vulva op begon te zetten en er bloed uit kwam. Na een dag of 9 nam mijn baas mij apart en liet een van zijn reutjes aan mij snuffelen. Hij vond mij blijkbaar wel lief, want hij wilde heel dicht bij mij zijn en probeerde zelfs op mij te kruipen. Ik werd er bang van en ineens liet hij me niet meer los. Ik schrok en wilde weglopen maar dat ging niet omdat mijn baasje mij stevig vasthield en schreeuwde tegen mij dat ik moest blijven staan. Na zo’n 20 min ging het reutje van mij af en mijn baasje zette mij terug in mijn hok. Beduusd ging ik in een hoekje liggen om bij te komen van deze voor mij geheel nieuwe ervaring. De dagen gingen voort, ik miste mijn moeder, broertjes en zusjes en ook mijn oude baasje. Ik merkte veranderingen in mijn lichaampje, ik werd rustiger en steeds dikker. Op een gegeven moment had ik de neiging om te gaan krabbelen, ik wist niet waarom maar het gebeurde gewoon. Ik werd steeds onrustiger, toen ineens trok een scherpe pijn door mijn lijf, ik begon te persen en te persen, ik wilde het niet maar kon het niet tegen houden. Zo kwam mijn eerste pupje op de wereld, ik begon haar te likken en kauwde alsof ik dit al jaren deed voorzichtig de navelstreng door. Uiteindelijk baarde ik 3 pupjes en ook al was ik zelf nog maar een pup ik hield al meteen van ze. Ik hoefde niet meer in het hok bij de andere honden totdat de pups een week of 3 waren, toen moest ik overdag weer bij de andere honden en hoe ik me ook verzette omdat ik mijn pupjes wilde beschermen, ik had niets in te brengen. Toen mijn pupjes een week of 6 waren werden ze zomaar bij me weggehaald, ik wilde met ze mee maar ik werd ruw in m’n nekvel gegrepen en bij de andere honden in het hok gesmeten. Hoe ik ook jankte en blafte het hielp niks het leverde me alleen weer die rot band op waardoor ik me overgaf en hoopte dat ik straks toch weer herenigd zou worden met mijn kleintjes. De tijd kroop langzaam voorbij, het werd zelfs donker en ik moest de nacht door brengen met de andere hondjes. Na een poosje raakte ik weer aan mijn oude leventje gewend. Vele pupjes heb ik daarna nog op de wereld gezet, ondanks mijn conditie was ik toch steeds weer blij met de pupjes die ik baarde. Op een keer werd ik niet drachtig na de dekking, mijn baas wilde afwachten of het de volgende keer wel zou lukken. Ik werd zwanger en beviel van 5 dode pups, ik was intens verdrietig en mijn baas was verschrikkelijk boos. Mijn soortgenootjes waren niet allemaal de jongste meer en sommige gaven ook niet genoeg of geen levende pups meer, enkele werden zelfs niet meer drachtig. Op een dag stopte onze baas ons in kooien en we werden in een auto gezet. Na een poos stopte de auto en haalde hij de kooien met ons erin eruit en zetten ze op de grond. Toen maakte hij de deurtjes open en liet ons schrikken zodat wij uit de kooi renden en ons snel verstopte in de struiken. Een enkeling was van schrik blijven zitten, de kooi werd op zijn kop gehouden zodat ze eruit vielen. Onze baas zette de kooien terug in de auto en stapte daarna in en reed weg. Een grote wijde wereld lag voor ons, zo vaak heb ik willen ontsnappen uit de koude gevangenis waarin wij zaten en nu wist ik niet wat ik ermee aan moest. Na een tijd verstijfd op de grond te hebben gezeten kwam er beweging in ons, we waren als de dood, maar honger en dorst zorgde ervoor dat we op zoek gingen naar eten en drinken. Uren liepen we rond, waar stonden die brokjes nu toch ? waar konden we drinken ? Sommige hondjes verlieten de groep en liepen alleen en sommige met elkaar doelloos rond. Tijdsbesef hadden we helemaal niet meer, sommige hondjes waren zo moe dat ze zich verscholen in holen en onder struiken. Op een geven moment waren we nog maar met z’n tweeën. Het hondje waar ik nog mee samen was werd steeds zwakker, zij was ook al een oud teefje, het verleden tekende haar, ze wilde niet meer op zoek om haar maagje te vullen, hoe ik haar ook aanspoorde ze kon niet meer, ze was uitgeblust en zocht een plekje waar ze kon gaan slapen, want dat was het enige wat ze nog wilde. Toen ze zich uiteindelijk oprolde kroop ik dicht tegen haar aan en zo vielen wij in slaap. De volgende morgen werd ik wakker, ik lag nog tegen het oude teefje aan, maar ze voelde koud en stijf, met mijn neus duwde ik tegen haar aan, maar het was te laat, er kwam geen beweging meer in haar, ze was te moe, uitgeput van al die zware jaren waarin ze pup na pup heeft moeten baren en van de honger en de kou. Verdriet overmande me, ik stak mijn neusje in de lucht en jankte als een wolf. Met lood in m’n pootjes vervolgde ik mijn weg, zonder eten, zonder water, ik weet niet waar ik ben en waar de andere hondjes zijn, ik hoop dat iemand mij vindt, hoe lang hou ik dit nog vol…………………………